De printer reinigen
Voor het behoud van de afdrukkwaliteit moet u de reinigings-
procedure uitvoeren (zie de volgende pagina) wanneer u de
tonercassette vervangt of wanneer er zich problemen met de
afdrukkwaliteit voordoen. Houd de printer zoveel mogelijk vrij van
stof en vuil.
•
Reining de buitenkant van de printer met een met wat water
bevochtigde doek.
•
Reinig de printer van binnen met een droge, niet pluizende doek.
Voorzichtig
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rond de
printer.
Zorg bij het schoonmaken van de printer dat u de transferrol
(de zwarte rubberen rol onder de tonercassette) niet aanraakt.
Wanneer huidvet op de rol komt, kan de afdrukkwaliteit
verminderen.
Afbeelding 20 Plaats van de transferrol — Niet aanraken!
NLWW
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
73
De printer reinigen
Schakel de printer uit voordat u met
deze stappen begint en verwijder het
snoer uit het stopcontact.
1 Open de bovenklep en verwijder de
tonercassette.
WAARSCHUWING!
Steek uw hand niet te ver in de printer.
Het fusergedeelte bevindt zich dichtbij
de ruimte voor de tonercassette en dit
onderdeel kan bijzonder heet zijn!
Voorzichtig
Stel de cassette niet langer dan enkele
minuten bloot aan licht. Zo voorkomt
u beschadiging van de cassette.
2 Verwijder met een droge, niet
pluizende doek stof of vuil van de
papier- geleiders (gearceerde
gebieden).
N.B.:
Als er toner op uw kleding komt, kunt
u die er met een droge doek afvegen
en de kleding in koud water wassen.
(Met warm water maakt de toner een
blijvende vlek in de stof.)
3 Til de papierinvoerplaat aan de
groene hendels omhoog en veeg
tonerresten af met een droge, niet
pluizende doek.
4 Sluit de papierinvoerplaat, plaats
de tonercassette terug, sluit de
bovenklep, steek de stekker weer in
het stopcontact en zet de printer
aan.
74
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
NLWW
Gebruik van het reinigingsblad van de printer
Als er tonervlekken ontstaan op de voor- of achterzijde van uw
afdruktaken, volgt u de hieronder beschreven procedure.
Verricht de volgende handelingen via het bedieningspaneel van de
printer:
1 Druk een aantal maal op
[Menu]
totdat
AFDRUKKWALITEIT-MENU
wordt weergegeven.
2 Druk een aantal maal op
[Optie]
tot
REINIGINGSBLAD MAKEN
verschijnt.
3 Druk op
[Selecteren]
om het reinigingsblad te maken.
4 Volg de instructies op het reinigingsblad om het reinigingsproces
te voltooien.
Opmerking
Druk de pagina af op kopieerpapier (geen bankpost of ruw papier)
voor een goede reinigende werking van het reinigingsblad.
Het is mogelijk dat u meerdere malen een reinigingsblad moet
maken. Als de tonerresten uit de printer verwijderd zijn, verschijnen
er glimmende zwarte vlekjes in de zwarte rand op het blad. Als er
witte stippen verschijnen in de zwarte rand, maakt u opnieuw een
reinigingspagina.
Voor sommige papiertypen verdient het aanbeveling het
reinigingsblad steeds te gebruiken wanneer u de tonercassette
vervangt, om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen. Als u de
reinigingspagina regelmatig moet gebruiken, kunt u proberen of een
ander type papier minder problemen geeft.
NLWW
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
75
4