HP LaserJet 5100 Printer series - Problemen met uitvoerkwaliteit corrigeren

background image

Problemen met uitvoerkwaliteit
corrigeren

Kijk in onderstaande voorbeelden met wat voor probleem met de
afdrukkwaliteit u te maken hebt en raadpleeg vervolgens de tabel
om het probleem op te lossen.

Opmerking

Onderstaande voorbeelden zijn vellen papier van Letter-formaat die
met de lange kant naar voren door de printer zijn gegaan. Als het
papier met de korte kant naar voren door de printer is gevoerd, lopen
strepen verticaal in plaats van horizontaal en verschijnen
terugkerende fouten eveneens verticaal.

Afbeelding 22 Voorbeelden van problemen met de uitvoerkwaliteit

Lichte of vage

afdrukken

Herhaalde

defecten

Gedeformeerde

tekens

Strepen

Uitgelopen toner

Grijze

achtergrond

Weggevallen

plekken

Scheve afdruk

Tonervlekjes

(voor of achter)

Krullend of

golvend

Kreukels of

vouwen

Losse toner

background image

NLWW

Hoofdstuk 4: Problemen oplossen

95

Li

chte of vage

af

d

rukke

n

T

o

n

er

vl

e

k

je

s

Weggeval

le

n

Str

e

pen

Gr

ij

z

e

a

c

h

te

rgro

nd

U

itgelopen t

o

ner

Losse toner

He

rh

aa

lde

defe

cten

V

e

rv

o

rmd

e

tekens

Sche

ve afdr

u

k

O

m

krul

len o

f

g

o

lven

Kr

eukel

s o

f

vouw

en

Stappen voor het oplossen

van problemen

(Volg de stappen in de

aangegeven volgorde.)

1. Druk nog enkele pagina’s af om te

zien of het probleem zich vanzelf
oplost.

2. Maak de binnenkant van de printer

schoon (pagina 72) of gebruik het
reinigingsblad van de printer
(pagina 74).

3. Controleer of EconoMode is

uitgeschakeld in de software en in
het bedieningspaneel
(pagina B-8).

4. Draai de papierstapel in de

papierinvoerbak om. Probeer ook
het papier 180° om te draaien.

1

1

1

1

5. Controleer het type en de kwaliteit

van het papier (of ander
afdrukmateriaal) (pagina's A-2 tot
en met A-14).

6. Controleer de omgeving rondom

de printer (pagina A-18).

7. Controleer of het papier correct is

geplaatst en of de geleiders juist
tegen de papierstapel aan liggen.
(Zie de gedeelten over het
plaatsen van papier, die beginnen
op pagina 28.)

8. Druk af naar een andere

uitvoerbak (pagina 24).

9. Stel de tonerdichtheid bij

(pagina B-8).

10. Zet de instelling van de

fusermodus op Hoog (pagina B-6)
of kies ruw papier als papiertype
via de printerdriver (pagina 57).

11. Wijzig de instelling voor de

fusermodus in Laag (pagina B-6).

12. Verspreid de toner in de

tonercassette (pagina 71).

✓ ✓

13. Installeer een nieuwe

HP-tonercassette (zie daarvoor de
instructies bij de tonercassette).

14. Stel in het Configuratiemenu de

afdruksnelheid in op

KLEIN

PAPIER SNELH=LAAG

als u om

en om papier van klein en normaal
formaat wilt gebruiken.

background image

96

Hoofdstuk 4: Problemen oplossen

NLWW

✓ ✓

15. Als u alle hierboven aanbevolen

stappen hebt geprobeerd maar
het probleem daarmee niet kon
verhelpen, kunt u het beste contact
opnemen met een officiële
HP-dealer of ondersteunings-
service (raadpleeg de brochure
met informatie over telefonische
ondersteuning die u bij de printer
hebt gekregen).

Li

chte of vage

af

d

rukke

n

T

o

n

er

vl

e

k

je

s

Weggeval

le

n

Str

e

pen

Gr

ij

z

e

a

c

h

te

rgro

nd

U

itgelopen t

o

ner

Losse toner

He

rh

aa

lde

defe

cten

V

e

rv

o

rmd

e

tekens

Sche

ve afdr

u

k

O

m

krul

len o

f

g

o

lven

Kr

eukel

s o

f

vouw

en

Stappen voor het oplossen

van problemen

(Volg de stappen in de

aangegeven volgorde.)

background image

NLWW

Hoofdstuk 4: Problemen oplossen

97